Algemeen

Beleidsterrein

Rekening 2015

Primitieve
Begroting

2016

Begrotings wijzigingen

2016

Begroting na wijzigingen

2016

Rekening 2016

Verschil 2016

LASTEN

toegang tot ondersteuning

3.610

2.659

776

3.434

3.681

-247

algemene ondersteuning

5.521

5.513

205

5.717

5.665

52

individuele ondersteuning

55.760

63.192

-10.048

53.144

56.000

-2.856

zorg

14.077

13.750

198

13.949

14.075

-127

BATEN

toegang tot ondersteuning

-122

-

-

-

-80

80

algemene ondersteuning

-305

-

-

-

-154

154

individuele ondersteuning

-30.030

-34.572

6.289

-28.282

-30.893

2.611

zorg

-968

-505

212

-293

-607

315

Saldo lasten en baten

47.543

50.037

-2.368

47.669

47687

-198

Storting in reserves

-

-

-

-

-

-

Onttrekking aan reserves

-35

-

-193

-193

-186

-7

Totaal resultaat

47.508

50.037

-2.561

47.476

47501

-25

(bedragen x € 1.000)

Toelichting financiën

Beleidsterreinen Toegang tot ondersteuning & Zorg (€ 21.000 voordeel)

Het positieve resultaat op jeugdzorg (zorg in natura) (€ 111.000 V) is met name het gevolg van afwikkelingsverschillen 2015. De begroting is inclusief toekenning van het woonplaatsbeginsel toereikend gebleken om de kosten te dekken.
De overige afwijkingen in dit beleidsterrein (€ 90.000 N) worden met name veroorzaakt door de kosten die de gemeente heeft gemaakt vooruitlopend op de geplande komst van een asielzoekerscentrum (€ 60.000 N). Deze kosten worden niet gedekt door het Rijk.

Beleidsterrein Algemene ondersteuning (€ 206.000 voordeel)

In 2016 is een lagere subsidievaststelling geweest voor partijen die in het voorliggende veld preventief werk verrichten en heeft een afrekening van 2015 een voordeel opgeleverd (€ 340.000) V. Deze voordelen zijn in 2016 niet elders ingezet in het voorliggende veld. In 2016 is de aandacht namelijk vooral uitgegaan naar het formeren en positioneren van het jeugdteam gericht op de zwaardere zorg, waardoor minder inzet is geweest voor preventieve maatregelen. Een deel van deze financiële voordelen zijn wel ingezet om de bestuurscrisis bij WOEJ te bekostigen (€ 90.000 N) en een voor de organisatie van een LHBT dag (€ 40.000 N). Ook zijn er minder kosten gemaakt voor Maatschappelijk Verantwoord Verenigen (€ 40.000 V). 40 organisaties hebben een aanvraag ingediend en zijn beloond voor de kansen die zij weten om te zetten in waardevolle activiteiten, echter door een late start in 2016 zullen de kosten ten laste van 2017 komen.

Beleidsterrein Individuele ondersteuning (€ 46.000 nadeel)

Per saldo laat dit beleidsterrein geen grote overschrijdingen zien. Dit saldo is echter wel opgebouwd uit grote overschrijdingen in relatie tot de uitvoering van de Participatiewet enerzijds, en grote meevallers in relatie tot de WMO anderzijds. Deze worden hieronder toegelicht.

Werk en Inkomen (€ 3.200.000 nadeel)

  1. Nadelige gevolgen nieuw verdeelmodel op de BUIG

Werk en Inkomen is in 2016 in zwaar financieel weer gekomen. De grootse tegenvaller treedt op bij de BUIG. Bij de tweede TURAP is reeds gemeld dat er een fors tekort op de BUIG werd verwacht in 2016. Op dat moment was onduidelijk hoe hoog de compensatie van uitkeringen aan statushouders zou uitpakken. Het gerealiseerde tekort op de BUIG is €1.300.000. Hierin is al rekening gehouden met de vangnetregeling, en betreft dus het eigen risico van de gemeente (€ 1.700.000 N) en een extra voorfinanciering voor asielinstroom (€ 350.000 V). Het is onduidelijk waarom het verdeelmodel zo nadelig uitvalt voor de gemeente. Zeker omdat er met het Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief stevig is ingezet op uitstroom en daar ook de verwachtte resultaten zijn gehaald in 2016. De positieve financiële gevolgen van dit offensief worden teniet gedaan door het nadelige effect van het verdeelmodel. De gemeente werkt nu mee aan een onderzoek van het ministerie om dit helder te krijgen. Dan kan ook gekeken worden welke maatregelen eventueel ingezet kunnen worden om het tekort terug te dringen. Eigen onderzoek naar inzet op uitstroom en de duurzaamheid daarvan moeten ook richting geven aan (mogelijke) maatregelen.

  1. Overschrijding in verband hoger gebruik voorzieningen dan begroot

Een aantal tegenvallers over 2016 heeft te maken met een hoger gebruik/bereik van voorzieningen dan begroot. Dit is niet tijdig in beeld gebracht waardoor melding bij de 1e of 2e TURAP niet heeft plaatsgevonden.

De ingezette communicatieactiviteiten om het gebruik van de doelgroep voor de bijzondere bijstand te vergroten lijken succesvol. De kosten voor bijzondere bijstand zijn hoger uitgevallen dan begroot (€ 290.000 N) door meer verstrekkingen. In het voorjaar 2017 zal de armoedemonitor worden opgeleverd. Hieruit zal blijken of de doelstelling van 15% meer gebruik door de doelgroep per 2018, wellicht reeds is bereikt.

Naast de bijzondere bijstand blijkt er ook meer gebruik te zijn gemaakt van de ooievaarspas dan begroot (€ 70.000 N). Op dit budget speelt wel dat er inkomsten vanuit de gemeente Den Haag zijn weggevallen voor het gebruik van het zwembad De Fluit door Haagse inwoners met een ooievaarspas. Bij de besluitvorming over de uitbesteding van het zwembad was geen rekening gehouden met inkomsten voor de Ooievaarspas. In de kadernota 2018 zal dit worden gecorrigeerd.

Een hogere cliëntinstroom door statushouders en meer verstrekkingen bijzondere bijstand hebben geleid tot hogere kosten voor inhuur en opleiding van medewerkers (€ 300.000 N). Het rijk heeft pas eind 2016 extra middelen voor de participatie en integratie van statushouders toegevoegd aan het gemeentefonds. Deze overschrijding wordt dus volledig gedekt door het voordeel genoemd bij programma 6 (zie hoofdstuk 2.6.3)

De kosten van re-integratie overstijgen het budget (€ 210.000 N) als gevolg van de toename van de doelgroep. Het gaat hier vooral om (relatief) nieuwe doelgroepen als statushouders, WSW-ers en WAJONG en mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt.

3. Overige overschrijdingen
Tot slot zijn er overschrijdingen geconstateerd die eerder niet goed verwerkt zijn of op onderdelen niet voldoende (toe)zicht is geweest op de bedrijfsvoering, waardoor sturing niet tijdig plaats heeft gevonden.

  • De kosten van de uitvoering Wet sociale werkvoorziening (WSW) vallen tegen door een niet begrote afrekening 2013 en 2014 van de rijksubsidie WSW (€ 170.000 N en € 200.000 N). In de jaarrekening van 2013 en 2014 zijn deze onterecht als voordeel opgenomen. Met ingang van 2015 zijn de middelen WSW onderdeel van de integratie uitkering Sociaal domein en vindt er geen afrekening op de ontvangen subsidie plaats.
  • De baten BBZ gevestigde ondernemers vallen tegen (€ 330.000 N), enerzijds doordat eerder verstrekte geldleningen zijn omgezet in om-niet verstrekkingen. Anderzijds omdat de

Rijksontvangsten tegenvielen. Het beleid met betrekking tot de omzettingen van de kredieten en de rijksontvangsten wordt op korte termijn nader onderzocht.

  • De inkomsten van Europese subsidies vielen lager uit doordat de definitieve subsidiebeschikking lager is vastgesteld. Dit betreft een incidenteel nadeel ( €120.000 N)
  • De huisvestingslasten vallen tegen door eenmalige afschrijvingen en het uitblijven van een vergoeding voor installaties die achter zijn gebleven in een gebouw dat de gemeente huurde en in oktober 2016 heeft verlaten (Corbulo). Deze inkomsten worden in 2017 alsnog verwacht

(€ 100.000 N).

Gedurende 2016 zijn nog geen loonvormende werkplekken beschut werken gerealiseerd. Dit levert een voordeel op (€ 100.000 V).

De onder 2 en 3 genoemde overschrijdingen zijn pas bij het opmaken van de jaarrekening in beeld gekomen. Bijsturing of melding bij de 1e of 2e TURAP heeft hierdoor niet plaatsgevonden. De bedrijfsvoering van de afdeling op het terrein van financiën wordt daarom verbeterd. Duidelijk beleggen van het budgethouderschap, monitoring van de budgetten en het efficiënter en transparanter inrichten van de begroting van WenI, zijn in het eerste kwartaal van 2017 opgepakt en nagenoeg afgerond.

WMO (€ 2.800.000 voordeel)

Gedurende 2016 is gebleken dat de kosten voor de WMO ruim achter bleven bij de ramingen. Daarnaast zijn er incidentele voordelen uit voorgaande jaren. In de tweede helft van het jaar zijn meerdere aanpassingen in de WMO regelingen gedaan om cliënten meer maatwerk te kunnen bieden en de onderbenutting van deze regelingen tegen te gaan. Doordat de aanpassingen in het laatste kwartaal zijn ingevoerd of pas in 2017 ingaan, hebben deze in 2016 nog niet tot extra kosten geleid.

De lagere kosten op de WMO zijn opgebouwd uit:

  • Eigen Bijdragen: De ontvangsten van eigen bijdragen uit voorgaande jaren (€ 500.000 V) waren niet geraamd. Eind 2015 waren er grote achterstanden in de verwerking van de declaraties van de aanbieders door het CAK. Hierdoor kon de eigen bijdrage over deze periode niet bepaald worden en was er onvoldoende zicht op de omvang. Het CAK heeft de eigen bijdrage alsnog opgelegd en aan de gemeente afgedragen. Dit betreft een incidenteel voordeel.
  • Huishoudelijke Ondersteuning : De kosten voor Huishoudelijke ondersteuning (Zorg in natura en Persoonsgebonden Budgetten) vallen lager uit dan geraamd en er zijn incidentele meevallers uit voorgaande jaren (€ 900.000 V). Er is sprake van dalende cliëntaantallen en door de samenstelling van de arrangementen was er beperkt ruimte om maatwerk te bieden. Per 1 oktober is het beleid voor huishoudelijke ondersteuning aangepast. Zorgaanbieders zijn in staat gesteld om cliënten met een grotere zorgbehoefte te bedienen en is er ruimte voor persoonlijke aandacht en signalering. Daarnaast heeft de afwikkeling 2015 nog een positief effect.
  • Begeleiding: De kosten van begeleiding vallen mee door een daling in cliënten met een hoog budget voor begeleiding (€ 750.000 V). Deze cliënten zijn uitgestroomd naar de Wet Langdurige Zorg. Daarnaast heeft de afwikkeling 2015 een positief effect. De eigen bijdrage op begeleiding is vanaf 2017 afgeschaft om zorgmijding in deze doelgroep te voorkomen.
  • Meerkostenregeling: De meerkostenregeling is deels onbenut gebleven (€ 450.000 V). Cliënten nemen geen initiatief om gebruik te maken van de regeling. De gemeente heeft in het derde kwartaal een groep van bijna 700 cliënten actief benaderd en bediend. Het budget wordt in 2017 ingezet om meer maatwerk mogelijk te maken en de eigen bijdragen te verlagen.
  • Voorzieningen : De kosten van woon- en vervoersvoorzieningen komen lager uit dan geraamd (€ 150.000 V). Per 1 oktober is een nieuwe collectieve vervoersvoorziening ingericht met de regiotaxi. Inwoners die niet in staat zijn met het collectief openbaar vervoer te reizen, kunnen tegen laag tarief met de regiotaxi reizen.

Vanaf 2017 doet de gemeente zelf de administratie en facturatie van de WMO (voorheen was deze taak uitbesteed). Hiermee wordt de informatievoorziening verbeterd waardoor beter op instroom, uitstroom en hoogte van de kosten kan worden begroot en gemonitord en tijdig kan worden bijgestuurd.

PGB’s Jeugd (€ 200.000 voordeel)

De (verwachte) totale kosten van PGB’s voor jeugdhulp zijn € 200.000 minder dan voorzien. De tarieven voor 2017 zijn bijgesteld, omdat gebleken is dat niet alle tarieven qua samenstelling goed aansloten bij de gehanteerde tarieven voor zorg in natura tarieven en de wet maatschappelijke ondersteuning. Hierdoor waren ze niet altijd toereikend om adequate zorg in te kopen. Verder zijn de tarieven geïndexeerd.